Dit hoofdstuk uitprinten

Inhoud

  1. Pinguïns: anatomie en leefwijze
  2. Pinguïns: soorten
  3. Vervolg
  4. Antarctische pelsrob
  5. Weddellzeehond


Pinguïns: anatomie en leefwijze



afbeelding 4.1.1
Keizerspinguïns op land (klik voor vergroting)

Pinguïns zijn aan het leven in zee volkomen aangepast. Het lichaam is bedekt met veren die een dikke isolerende laag vormen met een glad en glimmend oppervlak. Deze isolatielaag is ondoordringbaar voor water en biedt weinig weerstand bij het zwemmen.



afbeelding 4.1.2
Strip van Stamgasten (door Toon van Driel)



afbeelding 4.1.3
Pinguïns springen boven water om adem te halen (klik voor vergroting)

Pinguïns bereiken een grote snelheid onder water (circa 40 kilometer per uur) en komen (of beter gezegd; springen) boven water enkel om adem te halen of om aan land te gaan.

Over grotere afstanden zwemmen pinguïns vaak in groepen. Op het land kunnen zij zich slechts moeilijk verplaatsen doordat de poten geheel achter aan het lichaam geplaatst zijn. Pinguïns zijn gedwongen rechtop te staan en met kleine pasjes te waggelen of zich voort te bewegen met kleine sprongetjes.

Het voedsel bestaat in hoofdzaak uit inktvissen, garnalen en vis. In de tijd dat pinguïns broeden en ruien moeten ze buiten het water verblijven. Zij teren daarbij vaak voor lange tijd op onderhuids vet.




Ga naar pagina 2...