Dit hoofdstuk uitprinten

Inhoud

  1. Inleiding
  2. Sir James Clark Ross
  3. Adrien de Gerlache
  4. Robert Scott
  5. Sir Ernest Shackleton
  6. Roald Amundsen
  7. Sir Douglas Mawson


Roald Amundsen



afbeelding 3.6.1
Roald Amundsen (klik voor vergroting)

Na zijn avontuur met de Belgica legde Roald Amundsen zich toe op het hoge noorden. In 1903 vond hij de lang gezochte noordwestelijke doorgang. In 1909 bereidde hij een expeditie voor om als eerste de geografische noordpool te bereiken. Maar in september van dat jaar vernam hij dat Robert Peary hem voor was geweest. In het geniep veranderde Amundsen zijn plannen. Op 9 augustus 1910 verliet de Fram de haven van Christiania en zette koers naar de Atlantische Oceaan. Pas toen de Fram in Madeira een tussenstop maakte, lichtte hij de bemanning in: niet de Beringstraat, maar Antarctica was het doel van de reis. Ondertussen was ook Robert Falcon Scott met de Terra Nova naar Antarctica vertrokken. Hij ging ervan uit geen concurrenten te hebben om als eerste de geografische zuidpool te bereiken. Bereidde Amundsen geen expeditie naar de noordpool voor? Op 12 oktober 1910 ontving hij een telegram van Amundsen: "Sta me toe u op de hoogte te stellen van het feit dat de Fram op weg is naar Antarctica". Scott was not pleased.



afbeelding 3.6.2
De tocht van Amundsen

Op 14 januari 1911 bereikte de Fram de Ross Ice Shelf. Amundsen koos de Bay of Whales als uitvalbasis. Hiermee zat hij al honderd kilometer dichter bij de pool dan Scott, die vanuit de McMurdo Sound zou vertrekken. Terwijl de Fram werd uitgeladen, bouwde de timmerman, Jorgen Stubberud, een hut die Framheim werd gedoopt. Framheim werd gedurende de winter de thuisbasis van negen mannen en 97 honden.

Op 20 oktober 1911 verlieten Roald Amundsen, Olaf Bjaaland, Oskar Wisting, Sverre Hassel en Helmer Hanssen Framheim. Met vier sleden, elk voortgetrokken door dertien honden, zouden ze proberen als eersten de geografische zuidpool te bereiken. De tocht naar de pool verliep opvallend zonder grote moeilijkheden. Ze moesten wel voortdurend oog hebben voor gletsjerspleten en bevriezingen waren evenmin te vermijden. Op 11 november zagen ze in de verte bergtoppen. Amundsen gaf de bergketen de naam Queen Maud's Range, naar de Noorse koningin. Zes dagen later beklommen ze de Axel Heiberg Glacier. Onderweg werd het merendeel van de honden doodgeschoten, omdat ze niet meer van nut waren. Het vlees zouden ze op de terugweg opeten en aan de overgebleven honden voorschotelen.

Op 8 december bereikte het vijftal 88°23' zuiderbreedte, het record van Shackleton in 1909. Amundsen begon zenuwachtig te worden. Zou Robert Scott hem voor geweest zijn? Maar toen ze op 14 december 1911 op 90° zuiderbreedte aankwamen, was er geen spoor van de Brit te bekennen. Amundsen, Bjaaland, Wisting, Hassel en Hanssen hadden geschiedenis geschreven. De geografische zuidpool was bereikt. Amundsen noemde de hoogvlakte de King Haakon VII Plateau.



afbeelding 3.6.3
Poolheim

Er werd een tentje opgezet dat de naam Poleheim kreeg. Het vijftal verbleef er drie dagen. Toen ze vertrokken lieten ze een paar brieven achter: één voor Scott en één voor de Noorse koning Haakon.

De terugweg verliep zonder problemen. Op 7 maart 1912 liet Amundsen de wereld weten welke prestatie hij had neergezet. Van Robert Scott (die dezelfde tocht had gemaakt) was er geen spoor...




Ga naar pagina 7...